Als jonge tiener liep Roeland Wendel al rond bij de regionale omroep, hier keek hij mee hoe het eraan toe gaat in de mediawereld. Nu studeert hij journalistiek en doet hij, zoals hij zelf zegt, van alles en nog wat in de media. YoungPWR sprak met Roeland. Wat doet hij? Hoe heeft hij dit bereikt en wat zijn zijn dromen/doelen? Roeland vertelt enthousiast over zijn werk en zijn studie.
“Ik ben Roeland Wendel, ik ben 21 jaar oud. Ik studeer momenteel journalistiek op de Hogeschool in Utrecht en daarnaast werk ik bij het AD op de videoredactie. Ik maak TikTok- en YouTube video’s en ik werk als freelance journalist en cameraman, ik ben dus een beetje een allround media-man.”
“Ik schrijf af en toe mijn eigen artikelen. Deze probeer ik dan - als freelancer - door te verkopen aan bijvoorbeeld kranten en tijdschriften. Dit en mijn werk bij het AD is echt het keiharde journalistieke werk dat ik doe. Bij het AD heb ik twee verschillende functies. Een regionale functie en een landelijke functie. Als je regionaal werkt ben je eigenlijk een soort machine, je krijgt beeld toegestuurd van een regionale zender, daar moet je een passende video voor maken die past in het AD format. De landelijke functie vind ik veel leuker want dan ben je eigenlijk ook verantwoordelijk voor wat er op AD.nl gebeurt. Als Trump bijvoorbeeld iets gezegd heeft wat het AD wil gebruiken, dan moet ik zo snel mogelijk de rechten van het (video)beeld afkopen, de ondertiteling en vormgeving verzorgen en het beeld of de video daarna zo snel mogelijk bij een artikel plaatsen. Het doel is dat als mensen een artikel aanklikken van het AD ze ook direct een video zien..”
“In deze corona periode doe ik nu vaker regionaal werk. Soms vind ik dat wel jammer, maar toch denk ik dat regionaal nieuws echt onderschat wordt. Regionaal nieuws is namelijk groter nieuws dan dat je denkt, daar gebeurt eigenlijk alles, omdat het een soort voorspelling is op het grotere nieuws.”
“Dat is wel een leuk verhaal. Ik was net klaar met mijn havo en ik was vooral bezig met mijn eigen dingetjes. Ik maakte veel YouTube video's. Dat vond ik leuk, dus ik besloot een tussenjaar te nemen. In mijn tussenjaar ben ik veel gaan reizen in combinatie met YouTube. Mijn moeder was op een gegeven moment op een verjaardag van een vriendin. Daar heeft ze iemand ontmoet die bij het AD werkte. Ze vertelde over mijn tussenjaar en mijn YouTube kanaal en toen vroeg deze persoon of ik het leuk vond om kennis te maken bij de video redactie van het AD. Ik heb direct een mail gestuurd naar de redactie, maar daar kwam helaas geen reactie op. Dat vond ik echt jammer. Mijn moeder had zo haar best gedaan en ook omdat ik haar niet teleur wilde stellen heb ik twee weken later weer gemaild. Weer geen reactie. Na dat mailtje heb ik het een beetje opgegeven, maar na een half jaar voelde ik toch dat ik dit echt graag wilde. Ik heb toen nog een keer gemaild en later ook gebeld. Een beetje brutaal maar dat kan blijkbaar geen kwaad. Dat belletje heeft namelijk geholpen. Mijn mailtjes werden eindelijk doorgestuurd naar degene die hier verantwoordelijk voor was. Twee dagen later werd ik uitgenodigd om langs te komen op de redactie van het AD. Ik dacht dat ik gewoon een leuk dagje mocht meekijken, maar dat liep anders. Ik kreeg gelijk een sollicitatiegesprek, waar ik me dus niet op had voorbereid. Het gesprek was met het hoofd van de videoredactie en het hoofd van de redactie van het AD. Ik schrok daar natuurlijk wel een beetje van, toch heb ik mijzelf er goed doorheen gepraat. Met goed resultaat: ik mocht drie dagen op de redactie meelopen als proef. Ik ben nooit meer weggegaan.”
“Het leukste aan mijn werk vind ik de diversiteit. Je kunt er natuurlijk voor kiezen om te schrijven over één onderwerp, dan is het niet heel verschillend, maar het werk dat ik nu heb bij het AD bijvoorbeeld is ontzettend divers. Ik weet vooraf niet welke video’s er binnen komen en het nieuws kan ik natuurlijk ook niet voorspellen. Dus als er wat gebeurt moet je gelijk paraat staan en schakelen. Je leert ook heel veel van veel verschillende dingen. Zo word je echt een algemene kennis bron.”
“Mijn werk kun je eigenlijk in twee delen splitsen. Je hebt de technische kant, bijvoorbeeld camerawerk en het editen van YouTube video’s, en de journalistieke kant. De schrijvende kant van de journalistiek vind ik het minst leuk omdat het vrij langzaam gaat, het is heel diepgravend. Dat kan ook leuk zijn, maar ik vind het veel leuker om elke dag iets te maken, dat je elke dag zichtbaar bent voor iets dat je maakt, doet of hebt gedaan.”
“Oeh, dat is een moeilijke vraag. Het commerciële technische werk kan eigenlijk beide kanten op gaan, het is of heel saai maar je krijgt er wel voor betaald of de klussen zijn ontzettend tof. Dan mag je bijvoorbeeld naar grote events, dat is super vet! Journalistiek zit altijd een beetje in het midden. Je moet er altijd vanuit gaan dat een klus die je doet, drie P’s heeft: poen, prestige en plezier. De ideale klus is dus een klus waar je goed voor betaald wordt, je een tof onderwerp hebt en het goed voor je CV is. Die klussen kom je alleen bijna nooit tegen. Dus je moet het altijd een beetje tegen elkaar afwegen en bedenken of je een klus wel wilt doen.”
“Het is maar net wat je tegenkomt. Ik heb laatst bijvoorbeeld een artikel geschreven over de onvindbaarheid van AED’s online. Een AED is een apparaat dat het hartritme weer kan herstellen bij een hartstilstand. AED’s zie je bijvoorbeeld wel op straat of soms langs de weg maar je kunt ze eigenlijk nergens online vinden. Dat is best gek, iemand heeft zo’n kaart natuurlijk wel. Uiteindelijk bleek daar zo’n grote beerput achter te zitten. Er was een groot meningsverschil ontstaan tussen de Hartstichting en het Rode Kruis of die kaart openbaar moest worden. Het Rode Kruis is daar toen zelfs met een meningsverschil weggegaan. Dat meningsverschil is eigenlijk nooit in de media gekomen. Uiteindelijk heb ik daar zelf een artikel over mogen schrijven en mogen publiceren. Dat vind ik echt tof om te doen.”
“Ik werk voor een camera registratiebedrijf, daar film ik voor. Dat houdt in dat ik een camera beman bij een festival bijvoorbeeld. Ik ben daar terecht komen doordat ik vroeger, toen ik een jaar of twaalf was, bij de lokale omroep heb meegelopen. Ik heb daar veel geleerd maar ik heb er ook veel mensen leren kennen. Bij de lokale omroep zitten eigenlijk de mensen die óf net aan hun carrière begonnen zijn of die al heel veel weten en juist zijn teruggekomen naar de lokale omroep. Dat zijn dus hele goede connecties. De mensen die ik daar heb leren kennen, bij Unity FM, zijn later ook doorgegroeid naar hogere functies. Eén daarvan werkte dus ook bij dit camera registratiebedrijf. Het bedrijf had een grote klus gekregen, een Europa Tour van een Turkse artiest. Er viel een cameraman uit vanwege ziekte. Toen hebben ze mij gevraagd voor die klus, daar zei ik natuurlijk geen nee tegen!”
“Ja, eigenlijk wel. Maar durven is ook belangrijk. Je moet er zelf voor zorgen dat mensen weten wat ze aan je hebben.”
“Dat vind ik een hele moeilijke vraag, dat komt ook omdat ik in een korte tijd veel vette dingen heb mogen doen. Als je me dit twee jaar geleden had gevraagd had ik waarschijnlijk een heel ander antwoord gegeven. Ook omdat ik toen nog niet zo goed wist of de journalistiek bij mij paste. Maar dat waar ik het meest trots op ben is de Europa Tour, van ongeveer twaalf shows, van die Turkse artiest waarbij ik mee mocht als cameraman. Die artiest was een beetje de Michael Jackson onder de Turkse artiesten. Hij had dus een hele Europa Tour uitverkocht. Ik mocht toen ieder weekend naar het buitenland voor zo’n klus. Ik zat doordeweeks op school, vrijdagavond vloog ik naar een locatie in Europa. Zaterdag had ik een show en zondagochtend zat ik weer in het vliegtuig terug naar huis. Maandag weer op school. Dat heb ik vijf weken achter elkaar gedaan. Het was ontzettend vermoeiend, maar wel heel vet.”
“Ik zat eerst op een filmopleiding, Audiovisuele Media. Daar werd mij heel veel geleerd over bijvoorbeeld het regisseren van films en script writing. Dat vond ik heel interessant, maar ik zag mezelf niet de rest van mijn carrière werken in de fictiefilm. Ik merkte dat ik op die opleiding meer neigde naar de documentaire kant, dus de echte verhalen op beeld zetten. Toen kwam ik er dus achter dat dat meer journalistiek is in plaats van film.”
“Het doel dat ik aan de horizon heb staan is het presenteren van een vrolijk maar kritisch TV- programma. Ik denk dat mij dat wel past, ik mag bij mij op school nu ook een traject doen waarbij ik iedere week een interview moet organiseren en ook een grote gast uit de Nederlandse mediawereld mag interviewen. Zo hadden we van de week Rens Polman te gast. Ook Alberto Stegeman en Merel Westrik zijn geweest, dus dat zijn echt wel grote namen.”
“Dat is nog wel een lang proces hoor. We hebben in principe iedere donderdag een interview, dus we weten vaak wel wie er ongeveer komt. We zitten nu al volgeboekt tot eind januari, dus het organiseren van zo’n gast is niet zo moeilijk. Meestal benaderen we het management of we hebben het telefoonnummer al van degene. We hebben als school van Journalistiek best wel een grote naam. Daarna ga je met zijn alle de research fase in, dan ga je je gast eigenlijk ‘kapot googelen’. Ook dingen waarvan je niet zeker weet of het waar is, schrijf je gewoon op zodat je daar altijd nog naar kan vragen. Dat er een BN'er voor je zit is natuurlijk super vet, maar je moet ook tegelijkertijd de kritische journalist zijn. Je moet dingen durven vragen die irritatie kunnen opwekken, dat is uiteindelijk wel waar het verhaal zit. Het is de kunst om dat op een goede manier te doen.”
“Mijn voornaamste tip is eigenlijk: ‘durf te vragen’. Kijk eens in je omgeving wie het werk doet dat jij later ook wilt gaan doen of iemand die onderweg is dat te bereiken. Vraag die persoon of je een keer mee mag lopen. Of misschien wil diegene een keer afspreken. Als je dat goed aanpakt (doe een beetje research vooraf zodat je weet waar je het over hebt) , dan voelt diegene zich vast gevleid genoeg om jou een keer mee te nemen. Want vanaf de andere kant gezien: er is toch niets leuker dan je kennis te delen? Dat vergeten mensen vaak, omdat er altijd gedacht wordt dat we allemaal heel ego zijn, maar als je eenmaal doet wat je wilt doen, dan wil je dat juist doorgeven.”
“Ik ben er heel erg op mijn plek. Het is een superleuke opleiding. Heel uitdagend ook, maar dan op een goede manier. Je wordt gelijk in het diepe gegooid, maar wel met genoeg handvaten. Tijdens de eerste dag werden we ook gelijk benoemd tot redactie. Wij moesten onder andere allemaal artikelen schrijven over Gouda. We werden daarin heel vrij gelaten. Je mocht zelf onderzoeken waar je allemaal over ging schrijven. Die artikelen kwamen dan uiteindelijk ook op een site die mensen uit Gouda konden lezen.”
“Ja, inderdaad. Het is ook echt de bedoeling, zeker in het eerste jaar, dat je proeft wat de journalistiek nou eigenlijk is. Dat is belangrijk, zo kun je snel ontdekken of journalistiek echt goed bij je past. We schrijven niet alleen in het eerste jaar. Journalistiek is meer dan alleen schrijven. We maken ook radio- uitzendingen en televisie programma’s. Dus je doet in je eerste jaar al heel veel verschillende dingen. Later kies je een specialisatie. Je leert tijdens de opleiding ook jezelf te verkopen. Het journalistieke werkveld is namelijk behoorlijk opgedroogd qua vaste banen. Het is bijna allemaal freelance werk, dat moet je ook willen en durven. Je moet zelf je opdrachten (klanten) binnen halen..”
“Jazeker, tot nu toe zelfs alles en meer. Ik ging wel een beetje met een vooroordeel de opleiding in, ik dacht namelijk dat het veel ‘langzaam’ schrijfwerk was. Dat vooroordeel bleek wel gedeeltelijk waar te zijn want de schrijvende journalistiek is best langzaam, maar er zit ook wel meer in dan schrijven. Dat heeft mij wel positief verrast.”
“Ik denk dat ik Utrecht de leukste optie vond, ook als stad. Het is voor mij ook redelijk dichtbij van waar ik ooit gewoond heb. De opleiding Journalistiek heb je ook in Zwolle en Tilburg maar dat vond ik net wat ver.”
“Dan kijk ik toch snel naar drie mensen in de Nederlandse journalistiek die alle drie een beetje anders zijn, maar toch weer hetzelfde. Dat zijn Ewout Genemans, hij maakt programma’s als Bureau 040 en hij heeft laatst een documentaire over de zaak van Nicky Verstappen gemaakt. Ik kijk ook naar Matthijs van Nieuwkerk, ik herken mezelf heel erg in hem. Vooral in gedrag en liefde voor alles, hij houdt van kunst, geschiedenis en van de Nederlandse taal. Je kunt met hem alle kanten op. Sommige presentatoren hebben dat minder. Ook heeft hij een vlotte babbel, dat heb ik zelf ook wel in huis. Ook kijk ik op naar Beau van Erven Dorens, die ben ik steeds meer gaan waarderen. Niet per se als talkshow-host, maar als mens vind ik hem een hele toffe man, waar ik denk ik veel van kan leren.”
Meer te weten komen over Roeland? Check zijn insta @roelandofficial of zijn TikTok @RidderRoeland !